VERWIJDERING
Afvalverwijdering ligt aan de basis van alle activiteiten van de onderneming. We begonnen ermee in 1976. Twee grote activiteiten zijn eraan verbonden: de fysisch-chemische behandeling van het afval en de stabilisatie. Bij beide procedés worden hydraulische bindmiddelen gebruikt.
FYSISCH-CHEMISCHE BEHANDELING
Fysisch-chemische behandeling is een van de belangrijkste activiteiten van REVATECH. Minstens 60.000 ton afvalstoffen per jaar krijgen deze behandeling, vooral vloeibaar afval maar ook slib en vaste afvalstoffen.
REVATECH beschikt over een grote opslagcapaciteit. Op basis van de verschillende voorraden en de samenstelling van de opgeslagen afvalstoffen, bepaalt REVATECH dagelijks de behandelingsrecepten en de productiecampagnes.
Na injectie van de afvalstoffen in grote reactoren, worden water en reactiemiddelen toegevoegd om homogene mengsels te produceren die de neergeslagen metalen onschadelijk maken.
REVATECH past permanent het 'waste-to-waste'-principe toe: zoveel mogelijk afvalstoffen gebruiken om andere afvalstoffen te behandelen.
De mengsels worden vervolgens gefilterd en de filtraten van het slib gescheiden met behulp van persfilters.
De filtraten worden behandeld in een fysisch-chemisch zuiveringsstation, terwijl de filterkoek als gestabiliseerd afval wordt gestort in een CTI.
BIOLOGISCHE BEHANDELING
REVATECH exploiteert een biologisch zuiveringsstation (geactiveerd slib) dat functioneert met zuivere zuurstof.
Dat zuiveringsstation aanvaart biologisch afbreekbare vloeibare afvalstoffen die voor meer dan 70% biologisch afbreken en waarvan de CZV tot 200.000 mg/l kan bedragen.
De behandelde afvalstoffen zijn vooral afkomstig van de chemische sector en van de sector van de oppervlaktebehandeling van metalen.
Deze afvalstoffen, ontdaan van hun metalen en met een bijgestelde pH, worden vervolgens behandeld in een biologisch zuiveringsstation met een capaciteit van 1000 kg CVZ/dag waarvan het geactiveerd slib zuivere zuurstof verbruikt.
Dat geactiveerd slib wordt regelmatig gezuiverd en gefilterd met behulp van persfilters. De filterkoek wordt behandeld en gestabiliseerd voordat hij wordt gestort in een CTI.
STABILISATIE
REVATECH was een van de eerste behandelingscentra die een procedé ontwikkelden voor behandeling door stabilisatie.
Door stabilisatie kunnen zware metalen worden ingekapseld in minerale matrixen en onoplosbaar worden gemaakt.
Voor deze techniek worden hydraulische reactiemiddelen en pouzzolane bindmiddelen gebruikt.
Het procedé dat werd toegepast door REVATECH is in de loop der jaren aanzienlijk geëvolueerd.
Aanvankelijk werd gebruik gemaakt van PETRIFIX.
Dat procedé moest later plaatsmaken voor SOLATECH en PETRITECH, waarvan eveneens werd afgestapt.
Sinds vijf jaar passen we bij REVATECH het procedé QUASI-SEC toe. Daarmee produceren we een ultieme afvalstof in de vorm van gestabiliseerd zand.
Het voordeel van dit procedé is dat slechts een beperkte verhouding afvalstoffen moet worden gestort in een CTI (1,2 ton behandelde afvalstoffen per jaar).
Het QUASI-SEC-procedé is vooral bedoeld voor afvalstoffen die niet via andere technieken kunnen worden behandeld.